Vermogen ABP stijgt met bijna 7 procent
Uitgegeven:
8 juli 2003 15:58
SCHIPHOL - Het belegd vermogen van het ABP, Nederlands
grootste pensioenfonds, is in het tweede kwartaal van dit jaar met
9 miljard euro gestegen naar 142 miljard euro. Daarmee komt de
dekkingsgraad van het pensioenfonds uit op 104 procent tegen 99
procent drie maanden eerder, zo heeft Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds dinsdag bekendgemaakt.
De dekkingsgraad is de verhouding tussen het beschikbare
vermogen en de pensioenverplichtingen. Om op de middellange termijn
aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen, wil het ABP binnen in
acht jaar naar een dekking van 115 procent, zo gaf het fonds vorige
week aan.
Een voorstel ligt nu bij de Pensioen- en Verzekeringskamer
(PVK), de toezichthouder, ter goedkeuring. Het ABP heeft driekwart
jaar met de toezichthouder overlegd over de manier om de buffers
aan te vullen, aldus directievoorzitter John Neervens. In het
herstelplan moet het ABP extra vet kweken, waarop het fonds in
tegenvallende tijden kan interen. Versterking van de reserves na
2010 is onderwerp van gesprek zodra de Tweede Kamer de betreffende
regels uit het zogenoemde Financiële Toetsingskader (RTK) heeft
aanvaard.
Het tekort dat het ABP nu moet wegwerken, bedraagt 13 tot 14
miljard euro. Met de groei van het vermogen in het tweede kwartaal
in het achterhoofd kan het fonds wellicht sneller dan in de
aangegeven acht jaar het gat dichten. Dat zou kunnen gebeuren als
de effectenbeurzen zich snel flink zouden herstellen.
Mocht dat het geval zijn, dan hoeven de ruim een miljoen
ambtenaren en onderwijzers overigens niet te rekenen op een
verlaging van de premie. Die gaat in 2004 naar 19 procent tegen dit
jaar 15,2 procent van de pensioengrondslag, dat gedeelte waarover
een werknemer pensioen opbouwt. Tot 2010 blijft de premie op het
kostendekkende niveau, aldus Neervens. Dat is de prijs voor het
pensioen.
Wordt de gewenste dekkingsgraad van 115 procent eerder bereikt,
dan repareert het ABP de indexering. Het bestuur heeft besloten,
rekening houdend met de financiële positie van het fonds, de
uitkeringen aan gepensioneerden niet volledig te laten meegroeien
met de loonontwikkeling, maar voor slechts 60 procent. Die
gedeeltelijke indexering treft ook de actieve deelnemers en de
zogenoemde slapers.
(c) ANP