Moet ik de premie bij levensverzekering splitsen?
In
geval van overlijden staat, belastingtechnisch althans, veelal de vraag centraal
of en zo ja hoeveel successierechten de erfgenamen verschuldigd zijn over
hetgeen zij erven. Voor overeenkomsten van levensverzekering geldt hiervoor
artikel 13 van de Successiewet. Hierin is bepaald dat indien in verband met
de uitkeringen uit een levensverzekering iets aan het vermogen van de erflater
is onttrokken, de erfgenamen successierechten zijn verschuldigd.
In 1997 is vervolgens
door de staatssecretaris een besluit uitgevaardigd waarin hij aangeeft hoe
deze successierechten voorkomen kunnen worden. Wat men dient te doen is het
volgende:
Indien een kapitaal tot uitkering dient te komen bij overlijden van persoon
A en deze uitgekeerd dient te worden aan persoon B, dan dient persoon B de
premie verschuldigd te zijn op deze polis.
Op deze wijze is immers bij overlijden niets onttrokken aan het vermogen van
de erflater persoon A. Slechts in geval van volledige gemeenschap van goederen
levert dit problemen op, in alle andere gevallen is een en ander goed overeen
te komen.
Op 27 maart 2003 heeft
Hof den Bosch een uitspraak gedaan in het kader van deze zogenaamde premiesplitsing
voor de successiewet. Een mevrouw had 5 koopsompolissen afgesloten die tot
uitkering zouden komen bij haar in leven zijn op de einddatum alsmede bij
haar eerder overlijden. Bij eerder overlijden waren de erfgenamen de begunstigden.
Op twee van de 5 polissen was de premie voor de uitkering bij overlijden verschuldigd
en betaald door de erfgenamen. Op de overige 3 polissen was de premie voor
de uitkering bij overlijden verschuldigd door de mevrouw zelf. De premie voor
deze 3 polissen werd door de erfgenamen onderhands terugbetaald aan de mevrouw.
Mevrouw kwam te overlijden en het Hof besliste dat de 2 polissen niet en de
overige 3 wel belast waren met successie op grond van artikel 13SW.
Een logisch oordeel van
het Hof. Bepalend voor het wel of niet vallen onder de werking van artikel
13 SW is immers, op grond van het premiesplitsingsbesluit, de verschuldigdheid
van de premies en niet zozeer de daadwerkelijke betaling van de premies. De
premie voor de overige drie polissen was verschuldigd door mevrouw, zodat
die uitkeringen wel onder de werking van artikel 13 Successiewet vallen. Eens
te meer blijkt weer dat deze verschuldigdheid van de premie, en daarmee de
polisredactie, van eminent belang is voor het buiten werking stellen van artikel
13 SW. Zorg daarom altijd dat u in samenspraak met uw adviseur de polis zo
laat vormgeven dat u achteraf niet met problemen wordt geconfronteerd.