bizhat pensioen

Gratis offerte
meest pensioen
Harderwijk krijgt CDA burgemeester
makkelijkste pensioen
verzekeringswinkel nederlands nieuws ve ...
premievrij pensioen
Grondslagen voor pensioen
Nederlander wel bereid langer door te w ...
Geen uitstel voor VUT ingreep
lijfrente pensioen
netto aow
rijksdienst pensioenen
koopsompolis
Oud topman Enron in staat van beschuldi ...
Gouden handdruk
lijfrente
Greenspan snelle aanpak begrotingstekor ...
Viervijfde jeugd is voor collectief vro ...
Nettolonen stijgen licht in 2004
Pensioenen bedreigd door levenslooprege ...
Nederlander kijkt financieel niet vooru ...
Vermogen PGGM flink gestegen
Vrijstellingen schenkingsrecht
Geld voor studie
ombudsman pensioenen
Grootaandeelhouder PGGM teleurgesteld o ...
Gelijke Behandeling vakantiedagen
offerte pensioen
pre pensioen
financieleplanning rekenmodule
Vroegpensioen in de zorg vanaf 62 jaar  ...
recht op aow
Voorjaarsoverleg verloopt stroef
 
 

Welkom op bizhat pensioen,
rubriek ombudsman pensioenen

 
Gratis pensioenofferte en/of pensioenadvies

ombudsman pensioenen nieuws: Heeft u enig idee van welk inkomen uw nabestaanden moeten rondkomen
Als u er plotseling niet meer bent? Dat is een belangrijke vraag. Maar de meeste mensen staan zelden stil bij de financiële gevolgen van een overlijden. Toch bent u nuchter genoeg om te beseffen dat u daarover eens moet nadenken. Wat zijn de financiële gevolgen en wat kunt u doen om te voorkomen dat uw nabestaanden financieel onverzorgd achterblijven?De overheid treedt terug.
De verzorgingsstaat brokkelt steeds verder af. Zeker nu de overheid zich ook terug getrokken heeft op het gebied van de volksverzekeringenvoor weduwen, weduwnaars en wezen. De regering legt de verantwoordelijkheid voor een goede financiële regeling voor nabestaanden neer bij de burgers zelf. Op 1 juli 1996 is er een einde gekomen aan de Algemene Weduwen en Wezenwet (AWW) en is de Algemene Nabestaandenwet (ANW) in werking getreden.Hieronder leest u meer over de verstrekkende gevolgen van de wijziging. En over wat u daartegen kunt doen.Wie komt er nog in aanmerking voor een uitkering?
Gevolg van de wetswijziging is dat niet meer elke nabestaande in aanmerking komt voor een ANW-uitkering. Als u komt te overlijden heeft uw partner alleen recht op een uitkering als hij of zij:-Voor ten minste 45% arbeidsongeschikt is
-Geboren is voor 1 januari 1950
-Voor 1 of meer kinderen zorgt die jonger zijn dan 18 jaarHoe hoog is de ANW-uitkering?
De gevolgen van de wetswijziging zijn ingrijpend. De maximale uitkering wordt fors lager en is mede afhankelijk van uw inkomen. De ANW-uitkering bedraagt maximaal 70% van het netto-minimumloon, dus zo’n 1300 gulden netto per maand. En als er 1 of meer kinderen jonger dan 18 jaar zijn, is de uitkering maximaal 90%, dat is rond ƒ1700 gulden netto per maand.De ANW is echt een bodemvoorziening. Als het inkomen van de nabestaande hoger is dan zo;n ƒ4000 gulden bruto per maand, dan is er al geen recht meer op een ANW-uitkering.Heeft de nabestaande een lager inkomen dan ƒ4000 gulden bruto per maand, dan wordt op de ANW-uitkering gekort. Uitzonderingen hierop zijn een uitkering uit een nabestaandenpensioen van een werkgever en inkomsten uit vermogen, zoals bijvoorbeeld een verzekeringsuitkering.Komt uw partner eigenlijk wel in aanmerking?
Met behulp van het onderstaande schema kunt u vaststellen of uw partner een volledige, een gedeeltelijke of helemaal geen ANW uitkering zal ontvangen. Bij overlijden van de kostwinner krijgt de nabestaande nog slechts in enkele gevallen een uitkering van de overheid, namelijk:- de nabestaande is geboren voor 1950
- de nabestaande heeft kinderen jonger dan 18 jaar
- de nabestaande is 45 % of meer arbeidsongeschikt.In alle andere gevallen blijft de nabestaande met lege handen achter. Hoort u tot deze groep Maak dan met ons een afspraak om te bespreken wat we hieraan kunnen doen.Extra informatie: Wanneer heb je recht op betaling!Algemene Nabestaandenwet (ANW)
De Algemene Nabestaandenwet (ANW) is een volksverzekering, iedereen die rechtmatig in Nederland woont is hiervoor verzekerd.De ANW regelt het recht op uitkering voor nabestaanden, halfwezen en wezen.Met ‘nabestaande’ wordt bedoeld de weduwe of weduwnaar van een overledene, of de man of vrouw die met de overledene samenwoonde tot en met de dag van overlijden. Weduwe/weduwnaar voor 1 juli 1996
Voor weduwen, weduwnaars en wezen die vóór 1 juli 1996 al recht hadden op een AWW-pensioen, is er een overgangsregeling (met afwijkende regels). Meer informatie hierover kunt u vinden bij de Sociale Verzekeringsbank.Verzekerd
Wie rechtmatig in Nederland woont is verzekerd voor de ANW. Ook als u niet in Nederland woont, maar wel hier werkt en op grond daarvan onder de loonbelasting valt, bent u verzekerd. Tot 1 januari 2000 kunt u op grond van sommige Nederlandse uitkeringen ook in het buitenland verzekerd blijven. (Daarna uitsluitend als vrijwillig verzekerde.) In het algemeen bent u niet verzekerd als u zich in het buitenland vestigt of daar gaat werken.
Bij tijdige aanmelding is het mogelijk om de verzekering vrijwillig voort te zetten.Partnerbegrip in de ANW
Voor de ANW zijn met gehuwden gelijkgesteld geregistreerde partners en ongehuwd samenwonenden. U bent samenwonend als u met iemand anders een gezamenlijke huishouding voert. Dat is het geval als u gezamenlijk voorziet in huisvesting en ieder van u een bijdrage levert in de kosten van de huishouding, dan wel op een andere manier in elkaars verzorging voorziet.De gelijkstelling geldt niet als u samenwoont met één van uw ouders of met uw (meerderjarig stief- of pleeg)kind, en ook niet als u met meerdere personen samenwoont.Wanneer recht op ANW?
Recht op uitkering bestaat als de overledene op de dag van overlijden verzekerd was voor de ANW en de nabestaande aan bepaalde voorwaarden voldoet.Soorten uitkering
De ANW kent drie soorten uitkeringen: nabestaandenuitkering halfwezenuitkering wezenuitkering.
Nabestaandenuitkering
Een nabestaande heeft recht op een ANW-uitkering als de overledene op de dag van overlijden verzekerd was voor de ANW én de nabestaande:een ongehuwd eigen kind, stief- of pleegkind onder de 18 jaar heeft dat niet tot het huishouden van een ander behoort, in verwachting is, arbeidsongeschikt is voor ten minste 45% en de arbeidsongeschiktheid ten minste drie maanden zal duren, of geboren is vóór 1 januari 1950. Voorbeeld
Het echtpaar de Vries - allebei geboren in 1969 - heeft (nog) geen kinderen. Hij werkt in de automatisering, zij is nog bezig haar studie af te ronden. De heer de Vries krijgt na het joggen een hartstilstand. Mevrouw de Vries heeft geen recht op ANW, omdat ze onder geen van de genoemde situaties valt.Gescheiden
Ook ex-gehuwden (of ex-partners die zich bij de burgerlijke stand hadden laten registreren) kunnen recht hebben op een nabestaandenuitkering, voorzover zij door dit overlijden inkomsten uit alimentatie verliezen. Deze alimentatieverplichting moet door de rechter zijn opgelegd of in een notariële of onderlinge akte - mede ondertekend door een advocaat - zijn vastgelegd. Verder moet de nabestaande zowel op dag van de (echt)scheiding als op de dag van overlijden van de ex-(huwelijks)partner voldoen aan de genoemde voorwaarden.De uitkering kan nooit hoger zijn dan de vastgestelde alimentatie.Voorbeeld
Mireille is gescheiden van Karel. Ze krijgt geen alimentatie, omdat Karel een zeer laag inkomen heeft. Haar dochter Sophie die 9 jaar is, is bij haar gebleven. Als Karel twee jaar later aan kanker overlijdt, krijgt Mireille geen nabestaandenuitkering, maar ze gaat wel een halfwezenuitkering ontvangen voor Sophie, die immers halfwees geworden is.Geen recht
De nabestaande heeft onder andere geen recht op een nabestaandenuitkering als de echtgenoot of degene met wie men samenwoonde is overleden:binnen een jaar nadat men is getrouwd of is gaan samenwonen of binnen een jaar na aanvang van de verzekering en bovendien de gezondheidstoestand op het moment van trouwen/samenwonen of aanvang van de verzekering al zo slecht was dat het overlijden binnen een jaar was te verwachten.Had de nabestaande eerder een AWW- of ANW-uitkering die door dit huwelijk of de samenwoning was gestopt, dan is er wél opnieuw recht.Hoogte
De nabestaandenuitkering bedraagt maximaal 70% van het netto minimumloon en is afhankelijk van het inkomen. Bedragen vindt u bij de Sociale Verzekeringsbank.Inkomen
De hoogte van de nabestaandenuitkering is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande.Inkomen in verband met arbeid (o.a. uitkeringen), wordt volledig gekort op de nabestaandenuitkering. Inkomen uit arbeid (loon, winst, VUT-uitkering, vervroegd pensioen) blijft gedeeltelijk vrij. De vrijlating is 50% van het bruto minimumloon plus 1/3 deel van het meerdere inkomen. Het resterende bedrag wordt van de nabestaandenuitkering afgetrokken. Eigen vermogen, de inkomsten daaruit en aanvullende nabestaandenpensioenen worden niet op de nabestaandenuitkering gekort.Voorbeeld
Mevrouw Sikkel, geboren in 1949, verdient ƒ 1000,- bruto per maand. Als haar man overlijdt, krijgt zij een volledige nabestaandenuitkering. Haar inkomen blijft onder het bedrag van 50% van het minimumloon.Voorbeeld
Mevrouw Kwakel, geboren in 1948, heeft een WAO-uitkering van ƒ 1000,- bruto. Als haar man overlijdt, wordt haar nabestaandenuitkering hiermee verminderd. Zij ontvangt dus (bruto) ƒ 1000,- minder aan nabestaandenuitkering.De halfwezenuitkering
Recht op een halfwezenuitkering heeft degene die een halfwees tot 18 jaar in zijn huishouding verzorgt.Vaak is dat de overblijvende ouder, maar het kan ook iemand anders zijn. De halfwezenuitkering bedraagt (per gezin) 20% van het netto minimumloon en is niet afhankelijk van het inkomen.Voorbeeld
Mevrouw van Dijk, geboren 1 juni 1950, is weduwe sinds 1990. Haar zoon Floris is acht jaar. Zij hertrouwt in 1997. Daardoor verliest zij haar nabestaandenuitkering, maar ze houdt recht op de halfwezenuitkering, tot Floris 18 jaar is.
Floris is en blijft immers halfwees. Alleen adoptie kan daar een eind aan maken.Voorbeeld
Simon Vis en Irene de Beer gaan scheiden. Hun kinderen Marloes en Simone, acht en tien jaar, blijven bij Irene die gaat samenwonen met Hans. Irene werkt niet, Hans verdient maandelijks zo’n ƒ 6000,- bruto. Als Hans vier jaar later overlijdt, heeft Irene recht op een nabestaandenuitkering, maar niet op een halfwezenuitkering. De kinderen zijn immers geen halfwezen.Wezenuitkering
Een kind van wie beide ouders zijn overleden, heeft recht op een wezenuitkering. In principe bestaat recht op wezenuitkering voor wezen tot 16 jaar. Voor wezen van 16 jaar en ouder alleen als het kind:ten minste 45% arbeidsongeschikt is, tot het 18e jaar. Daarna kan het kind in aanmerking komen voor een Wajonguitkering (op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten). Het recht op een wezenuitkering loopt door tot het kind 21 jaar is, als dat kind: onderwijs volgt gedurende gemiddeld 213 klokuren per kwartaal. Huiswerk en reistijd tellen hierbij niet mee; of de eigen huishouding verzorgt waarin nog een broer of zus woont dat recht heeft op een wezenuitkering. De hoogte van de wezenuitkering is afhankelijk van de leeftijd van de wees. De wezenuitkering is onafhankelijk van eventueel ander inkomen. Vakantie-uitkering
Naast de uitkeringen bestaat er recht op een vakantie-uitkering. De vakantie-uitkering wordt jaarlijks in mei betaald.Einde van de nabestaandenuitkering
De nabestaandenuitkering eindigt als de nabestaande:65 jaar wordt; overlijdt; hertrouwt of gaat samenwonen (behalve wanneer de samenwoning tot doel heeft om een hulpbehoevende te verzorgen of als de nabestaande zelf hulpbehoevend is en verzorging nodig heeft); niet langer voor ten minste 45% arbeidsongeschikt is. De uitkering eindigt ook als: het jongste kind 18 jaar wordt of het kind onder de 18 jaar tot het huishouden van een ander gaat behoren;
tenzij de nabestaande op dat moment voor ten minste 45% arbeidsongeschikt is, of is geboren vóór 1 januari 1950 (of hiermee is gelijkgesteld).Voorbeeld
Mevrouw Van Dalen is geboren in 1957. Zij werkt niet. Zij verliest haar partner in 1997. Haar dochters zijn dan 14 en 16 jaar. Zij krijgt nabestaandenuitkering en halfwezenuitkering. In 1998 wordt bij haar een ernstige vorm van reuma geconstateerd. Als in 2001 haar jongste dochter 18 jaar wordt, zou zij normaal gesproken de nabestaandenuitkering verliezen. Nu behoudt zij de nabestaandenuitkering, omdat zij op dat moment minstens 45% arbeidsongeschikt is (de Sociale Verzekeringsbank zal haar laten keuren).Einde van de halfwezenuitkering
De halfwezenuitkering eindigt:als de halfwees 18 jaar wordt, tot het huishouden van iemand anders gaat behoren, als de ouder of verzorger 65 jaar wordt én deze recht heeft op een één-ouderpensioen van de AOW, of als de halfwees wordt geadopteerd door de (nieuwe) echtgenoot van de overgebleven ouder. Overlijdensuitkering
Bij overlijden van de nabestaande eindigt het recht op nabestaandenuitkering en/of halfwezenuitkering met ingang van de dag na het overlijden. De nabestaanden kunnen recht hebben op de overlijdensuitkering die gelijk is aan de uitkering die de overledene over een maand ontving en de daarbij behorende vakantie-uitkering. De overlijdensuitkering is belasting- en premievrij.Voor wie is de overlijdensuitkering?
Recht op de overlijdensuitkering hebben:de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kinderen; of, als die er niet zijn degene met wie de nabestaande in gezinsverband leefde en voor wie hij of zij grotendeels in het levensonderhoud voorzag. Meestal gaat het dan om meerderjarige, thuiswonende (stief- of pleeg)kinderen. Aanvraag
Een aanvraag om uitkering moet u indienen bij het kantoor van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Wie aangifte doet van het overlijden, ontvangt een aanvraagformulier van de gemeente.Vrijwillige verzekering
Wanneer de verplichte verzekering eindigt, bijvoorbeeld omdat u in het buitenland gaat wonen of werken, kunt u de verzekering voor de ANW vrijwillig voortzetten. Dit kan alleen in combinatie met een vrijwillige verzekering voor de AOW.Naar verwachting komt er in 2000 een keuzemogelijkheid om u vrijwillig te verzekeren voor uitsluitend AOW of ANW. Vooruitlopend hierop kunnen verzekeringsplichtige AOW'ers die op 31 december 1999 met hun jonger dan 65 jarige partner in het buitenland wonen, zich vanaf 1 januari 2000 vrijwillig verzekeren. Vanaf die datum is deze groep 65-plussers immers niet langer verplicht verzekerd voor de ANW.Voor meer informatie kunt u terecht bij het kantoor Verzekeringen van de Sociale Verzekeringsbank, afdeling Vrijwillige Verzekering, Postbus 357, 1180 AJ Amstelveen, tel. 020 656 5225.ANW in het buitenland
Sinds 1 januari 2000 geldt dat u uitsluitend met behoud van de ANW -uitkering kunt wonen in de
EU/ EER-landen, de Nederlandse Antillen, Aruba en landen waarmee Nederland een bilateraal verdrag heeft gesloten (met uitzondering van Australië). U kunt de ANW -uitkering ook meenemen als u in het algemeen belang in het buitenland werkt, dus bijvoorbeeld als u diplomaat bent of ontwikkelingswerker.Woonde u al vóór 2000 met uw ANW -uitkering in een niet-verdragsland, dan behoudt u op grond van een overgangsregeling tot 2003 uw ANW -uitkering. Mocht er intussen een verdrag tot stand komen tussen uw woonland en Nederland, dan behoudt u ook na 2003 uw uitkering.Klachten
Met klachten over de wijze van uitvoering moet u zijn bij het kantoor van de Sociale Verzekeringsbank. Wijst het kantoor de klacht af, of blijft een antwoord langer uit dan zes weken, dan kunt u terecht bij de Nationale ombudsman, Postbus 29729, 2502 LS Den Haag.Bezwaar en beroep
Als u het niet eens bent met een beslissing van de Sociale Verzekeringsbank moet u eerst een bezwaarschrift indienen bij de Sociale Verzekeringsbank. Tegen de beslissing die daarop wordt genomen, kunt u in beroep gaan bij de rechtbank (sector bestuursrecht).Meer informatie
Voor meer informatie over de Algemene nabestaandenwet kunt u terecht bij de
Sociale Verzekeringsbank.

Voor meer informatie over ombudsman pensioenen adviseren wij u de site: pre pensioen te bezoeken.

ombudsman pensioenen nieuws

Heeft u enig idee van welk inkomen uw nabestaanden moeten rondkomen
Als u er plotseling niet meer bent? Dat is een belangrijke vraag. Maar de meeste mensen staan zelden stil bij de financiële gevolgen van een overlijden. Toch bent u nuchter genoeg om te beseffen dat u daarover eens moet nadenken. Wat zijn de financiële gevolgen en wat kunt u doen om te voorkomen dat uw nabestaanden financieel onverzorgd achterblijven?De overheid treedt terug.
De verzorgingsstaat brokkelt steeds verder af. Zeker nu de overheid zich ook terug getrokken heeft op het gebied van de volksverzekeringenvoor weduwen, weduwnaars en wezen. De regering legt de verantwoordelijkheid voor een goede financiële regeling voor nabestaanden neer bij de burgers zelf. Op 1 juli 1996 is er een einde gekomen aan de Algemene Weduwen en Wezenwet (AWW) en is de Algemene Nabestaandenwet (ANW) in werking getreden.Hieronder leest u meer over de verstrekkende gevolgen van de wijziging. En over wat u daartegen kunt doen.Wie komt er nog in aanmerking voor een uitkering?
Gevolg van de wetswijziging is dat niet meer elke nabestaande in aanmerking komt voor een ANW-uitkering. Als u komt te overlijden heeft uw partner alleen recht op een uitkering als hij of zij:-Voor ten minste 45% arbeidsongeschikt is
-Geboren is voor 1 januari 1950
-Voor 1 of meer kinderen zorgt die jonger zijn dan 18 jaarHoe hoog is de ANW-uitkering?
De gevolgen van de wetswijziging zijn ingrijpend. De maximale uitkering wordt fors lager en is mede afhankelijk van uw inkomen. De ANW-uitkering bedraagt maximaal 70% van het netto-minimumloon, dus zo’n 1300 gulden netto per maand. En als er 1 of meer kinderen jonger dan 18 jaar zijn, is de uitkering maximaal 90%, dat is rond ƒ1700 gulden netto per maand.De ANW is echt een bodemvoorziening. Als het inkomen van de nabestaande hoger is dan zo;n ƒ4000 gulden bruto per maand, dan is er al geen recht meer op een ANW-uitkering.Heeft de nabestaande een lager inkomen dan ƒ4000 gulden bruto per maand, dan wordt op de ANW-uitkering gekort. Uitzonderingen hierop zijn een uitkering uit een nabestaandenpensioen van een werkgever en inkomsten uit vermogen, zoals bijvoorbeeld een verzekeringsuitkering.Komt uw partner eigenlijk wel in aanmerking?
Met behulp van het onderstaande schema kunt u vaststellen of uw partner een volledige, een gedeeltelijke of helemaal geen ANW uitkering zal ontvangen. Bij overlijden van de kostwinner krijgt de nabestaande nog slechts in enkele gevallen een uitkering van de overheid, namelijk:- de nabestaande is geboren voor 1950
- de nabestaande heeft kinderen jonger dan 18 jaar
- de nabestaande is 45 % of meer arbeidsongeschikt.In alle andere gevallen blijft de nabestaande met lege handen achter. Hoort u tot deze groep Maak dan met ons een afspraak om te bespreken wat we hieraan kunnen doen.Extra informatie: Wanneer heb je recht op betaling!Algemene Nabestaandenwet (ANW)
De Algemene Nabestaandenwet (ANW) is een volksverzekering, iedereen die rechtmatig in Nederland woont is hiervoor verzekerd.De ANW regelt het recht op uitkering voor nabestaanden, halfwezen en wezen.Met ‘nabestaande’ wordt bedoeld de weduwe of weduwnaar van een overledene, of de man of vrouw die met de overledene samenwoonde tot en met de dag van overlijden. Weduwe/weduwnaar voor 1 juli 1996
Voor weduwen, weduwnaars en wezen die vóór 1 juli 1996 al recht hadden op een AWW-pensioen, is er een overgangsregeling (met afwijkende regels). Meer informatie hierover kunt u vinden bij de Sociale Verzekeringsbank.Verzekerd
Wie rechtmatig in Nederland woont is verzekerd voor de ANW. Ook als u niet in Nederland woont, maar wel hier werkt en op grond daarvan onder de loonbelasting valt, bent u verzekerd. Tot 1 januari 2000 kunt u op grond van sommige Nederlandse uitkeringen ook in het buitenland verzekerd blijven. (Daarna uitsluitend als vrijwillig verzekerde.) In het algemeen bent u niet verzekerd als u zich in het buitenland vestigt of daar gaat werken.
Bij tijdige aanmelding is het mogelijk om de verzekering vrijwillig voort te zetten.Partnerbegrip in de ANW
Voor de ANW zijn met gehuwden gelijkgesteld geregistreerde partners en ongehuwd samenwonenden. U bent samenwonend als u met iemand anders een gezamenlijke huishouding voert. Dat is het geval als u gezamenlijk voorziet in huisvesting en ieder van u een bijdrage levert in de kosten van de huishouding, dan wel op een andere manier in elkaars verzorging voorziet.De gelijkstelling geldt niet als u samenwoont met één van uw ouders of met uw (meerderjarig stief- of pleeg)kind, en ook niet als u met meerdere personen samenwoont.Wanneer recht op ANW?
Recht op uitkering bestaat als de overledene op de dag van overlijden verzekerd was voor de ANW en de nabestaande aan bepaalde voorwaarden voldoet.Soorten uitkering
De ANW kent drie soorten uitkeringen: nabestaandenuitkering halfwezenuitkering wezenuitkering.
Nabestaandenuitkering
Een nabestaande heeft recht op een ANW-uitkering als de overledene op de dag van overlijden verzekerd was voor de ANW én de nabestaande:een ongehuwd eigen kind, stief- of pleegkind onder de 18 jaar heeft dat niet tot het huishouden van een ander behoort, in verwachting is, arbeidsongeschikt is voor ten minste 45% en de arbeidsongeschiktheid ten minste drie maanden zal duren, of geboren is vóór 1 januari 1950. Voorbeeld
Het echtpaar de Vries - allebei geboren in 1969 - heeft (nog) geen kinderen. Hij werkt in de automatisering, zij is nog bezig haar studie af te ronden. De heer de Vries krijgt na het joggen een hartstilstand. Mevrouw de Vries heeft geen recht op ANW, omdat ze onder geen van de genoemde situaties valt.Gescheiden
Ook ex-gehuwden (of ex-partners die zich bij de burgerlijke stand hadden laten registreren) kunnen recht hebben op een nabestaandenuitkering, voorzover zij door dit overlijden inkomsten uit alimentatie verliezen. Deze alimentatieverplichting moet door de rechter zijn opgelegd of in een notariële of onderlinge akte - mede ondertekend door een advocaat - zijn vastgelegd. Verder moet de nabestaande zowel op dag van de (echt)scheiding als op de dag van overlijden van de ex-(huwelijks)partner voldoen aan de genoemde voorwaarden.De uitkering kan nooit hoger zijn dan de vastgestelde alimentatie.Voorbeeld
Mireille is gescheiden van Karel. Ze krijgt geen alimentatie, omdat Karel een zeer laag inkomen heeft. Haar dochter Sophie die 9 jaar is, is bij haar gebleven. Als Karel twee jaar later aan kanker overlijdt, krijgt Mireille geen nabestaandenuitkering, maar ze gaat wel een halfwezenuitkering ontvangen voor Sophie, die immers halfwees geworden is.Geen recht
De nabestaande heeft onder andere geen recht op een nabestaandenuitkering als de echtgenoot of degene met wie men samenwoonde is overleden:binnen een jaar nadat men is getrouwd of is gaan samenwonen of binnen een jaar na aanvang van de verzekering en bovendien de gezondheidstoestand op het moment van trouwen/samenwonen of aanvang van de verzekering al zo slecht was dat het overlijden binnen een jaar was te verwachten.Had de nabestaande eerder een AWW- of ANW-uitkering die door dit huwelijk of de samenwoning was gestopt, dan is er wél opnieuw recht.Hoogte
De nabestaandenuitkering bedraagt maximaal 70% van het netto minimumloon en is afhankelijk van het inkomen. Bedragen vindt u bij de Sociale Verzekeringsbank.Inkomen
De hoogte van de nabestaandenuitkering is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande.Inkomen in verband met arbeid (o.a. uitkeringen), wordt volledig gekort op de nabestaandenuitkering. Inkomen uit arbeid (loon, winst, VUT-uitkering, vervroegd pensioen) blijft gedeeltelijk vrij. De vrijlating is 50% van het bruto minimumloon plus 1/3 deel van het meerdere inkomen. Het resterende bedrag wordt van de nabestaandenuitkering afgetrokken. Eigen vermogen, de inkomsten daaruit en aanvullende nabestaandenpensioenen worden niet op de nabestaandenuitkering gekort.Voorbeeld
Mevrouw Sikkel, geboren in 1949, verdient ƒ 1000,- bruto per maand. Als haar man overlijdt, krijgt zij een volledige nabestaandenuitkering. Haar inkomen blijft onder het bedrag van 50% van het minimumloon.Voorbeeld
Mevrouw Kwakel, geboren in 1948, heeft een WAO-uitkering van ƒ 1000,- bruto. Als haar man overlijdt, wordt haar nabestaandenuitkering hiermee verminderd. Zij ontvangt dus (bruto) ƒ 1000,- minder aan nabestaandenuitkering.De halfwezenuitkering
Recht op een halfwezenuitkering heeft degene die een halfwees tot 18 jaar in zijn huishouding verzorgt.Vaak is dat de overblijvende ouder, maar het kan ook iemand anders zijn. De halfwezenuitkering bedraagt (per gezin) 20% van het netto minimumloon en is niet afhankelijk van het inkomen.Voorbeeld
Mevrouw van Dijk, geboren 1 juni 1950, is weduwe sinds 1990. Haar zoon Floris is acht jaar. Zij hertrouwt in 1997. Daardoor verliest zij haar nabestaandenuitkering, maar ze houdt recht op de halfwezenuitkering, tot Floris 18 jaar is.
Floris is en blijft immers halfwees. Alleen adoptie kan daar een eind aan maken.Voorbeeld
Simon Vis en Irene de Beer gaan scheiden. Hun kinderen Marloes en Simone, acht en tien jaar, blijven bij Irene die gaat samenwonen met Hans. Irene werkt niet, Hans verdient maandelijks zo’n ƒ 6000,- bruto. Als Hans vier jaar later overlijdt, heeft Irene recht op een nabestaandenuitkering, maar niet op een halfwezenuitkering. De kinderen zijn immers geen halfwezen.Wezenuitkering
Een kind van wie beide ouders zijn overleden, heeft recht op een wezenuitkering. In principe bestaat recht op wezenuitkering voor wezen tot 16 jaar. Voor wezen van 16 jaar en ouder alleen als het kind:ten minste 45% arbeidsongeschikt is, tot het 18e jaar. Daarna kan het kind in aanmerking komen voor een Wajonguitkering (op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten). Het recht op een wezenuitkering loopt door tot het kind 21 jaar is, als dat kind: onderwijs volgt gedurende gemiddeld 213 klokuren per kwartaal. Huiswerk en reistijd tellen hierbij niet mee; of de eigen huishouding verzorgt waarin nog een broer of zus woont dat recht heeft op een wezenuitkering. De hoogte van de wezenuitkering is afhankelijk van de leeftijd van de wees. De wezenuitkering is onafhankelijk van eventueel ander inkomen. Vakantie-uitkering
Naast de uitkeringen bestaat er recht op een vakantie-uitkering. De vakantie-uitkering wordt jaarlijks in mei betaald.Einde van de nabestaandenuitkering
De nabestaandenuitkering eindigt als de nabestaande:65 jaar wordt; overlijdt; hertrouwt of gaat samenwonen (behalve wanneer de samenwoning tot doel heeft om een hulpbehoevende te verzorgen of als de nabestaande zelf hulpbehoevend is en verzorging nodig heeft); niet langer voor ten minste 45% arbeidsongeschikt is. De uitkering eindigt ook als: het jongste kind 18 jaar wordt of het kind onder de 18 jaar tot het huishouden van een ander gaat behoren;
tenzij de nabestaande op dat moment voor ten minste 45% arbeidsongeschikt is, of is geboren vóór 1 januari 1950 (of hiermee is gelijkgesteld).Voorbeeld
Mevrouw Van Dalen is geboren in 1957. Zij werkt niet. Zij verliest haar partner in 1997. Haar dochters zijn dan 14 en 16 jaar. Zij krijgt nabestaandenuitkering en halfwezenuitkering. In 1998 wordt bij haar een ernstige vorm van reuma geconstateerd. Als in 2001 haar jongste dochter 18 jaar wordt, zou zij normaal gesproken de nabestaandenuitkering verliezen. Nu behoudt zij de nabestaandenuitkering, omdat zij op dat moment minstens 45% arbeidsongeschikt is (de Sociale Verzekeringsbank zal haar laten keuren).Einde van de halfwezenuitkering
De halfwezenuitkering eindigt:als de halfwees 18 jaar wordt, tot het huishouden van iemand anders gaat behoren, als de ouder of verzorger 65 jaar wordt én deze recht heeft op een één-ouderpensioen van de AOW, of als de halfwees wordt geadopteerd door de (nieuwe) echtgenoot van de overgebleven ouder. Overlijdensuitkering
Bij overlijden van de nabestaande eindigt het recht op nabestaandenuitkering en/of halfwezenuitkering met ingang van de dag na het overlijden. De nabestaanden kunnen recht hebben op de overlijdensuitkering die gelijk is aan de uitkering die de overledene over een maand ontving en de daarbij behorende vakantie-uitkering. De overlijdensuitkering is belasting- en premievrij.Voor wie is de overlijdensuitkering?
Recht op de overlijdensuitkering hebben:de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kinderen; of, als die er niet zijn degene met wie de nabestaande in gezinsverband leefde en voor wie hij of zij grotendeels in het levensonderhoud voorzag. Meestal gaat het dan om meerderjarige, thuiswonende (stief- of pleeg)kinderen. Aanvraag
Een aanvraag om uitkering moet u indienen bij het kantoor van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Wie aangifte doet van het overlijden, ontvangt een aanvraagformulier van de gemeente.Vrijwillige verzekering
Wanneer de verplichte verzekering eindigt, bijvoorbeeld omdat u in het buitenland gaat wonen of werken, kunt u de verzekering voor de ANW vrijwillig voortzetten. Dit kan alleen in combinatie met een vrijwillige verzekering voor de AOW.Naar verwachting komt er in 2000 een keuzemogelijkheid om u vrijwillig te verzekeren voor uitsluitend AOW of ANW. Vooruitlopend hierop kunnen verzekeringsplichtige AOW'ers die op 31 december 1999 met hun jonger dan 65 jarige partner in het buitenland wonen, zich vanaf 1 januari 2000 vrijwillig verzekeren. Vanaf die datum is deze groep 65-plussers immers niet langer verplicht verzekerd voor de ANW.Voor meer informatie kunt u terecht bij het kantoor Verzekeringen van de Sociale Verzekeringsbank, afdeling Vrijwillige Verzekering, Postbus 357, 1180 AJ Amstelveen, tel. 020 656 5225.ANW in het buitenland
Sinds 1 januari 2000 geldt dat u uitsluitend met behoud van de ANW -uitkering kunt wonen in de
EU/ EER-landen, de Nederlandse Antillen, Aruba en landen waarmee Nederland een bilateraal verdrag heeft gesloten (met uitzondering van Australië). U kunt de ANW -uitkering ook meenemen als u in het algemeen belang in het buitenland werkt, dus bijvoorbeeld als u diplomaat bent of ontwikkelingswerker.Woonde u al vóór 2000 met uw ANW -uitkering in een niet-verdragsland, dan behoudt u op grond van een overgangsregeling tot 2003 uw ANW -uitkering. Mocht er intussen een verdrag tot stand komen tussen uw woonland en Nederland, dan behoudt u ook na 2003 uw uitkering.Klachten
Met klachten over de wijze van uitvoering moet u zijn bij het kantoor van de Sociale Verzekeringsbank. Wijst het kantoor de klacht af, of blijft een antwoord langer uit dan zes weken, dan kunt u terecht bij de Nationale ombudsman, Postbus 29729, 2502 LS Den Haag.Bezwaar en beroep
Als u het niet eens bent met een beslissing van de Sociale Verzekeringsbank moet u eerst een bezwaarschrift indienen bij de Sociale Verzekeringsbank. Tegen de beslissing die daarop wordt genomen, kunt u in beroep gaan bij de rechtbank (sector bestuursrecht).Meer informatie
Voor meer informatie over de Algemene nabestaandenwet kunt u terecht bij de
Sociale Verzekeringsbank.

Meer verzekeringnieuws: offerte-kort-lopende-reisverzekering.nl

pensioen nieuws:

Werkgevers schuiven aan bij overleg over sociaal akkoord

Uitgegeven: 5 november 2004 10:14
Laatst gewijzigd: 5 november 2004 16:08

DEN HAAG - De werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland, en LTO Nederland hebben vrijdagmiddag besloten aan te schuiven bij het overleg tussen kabinet en de vakbeweging over een sociaal akkoord. Volgens planning kunnen daarmee de formele onderhandelingen om 20.30 uur vrijdagavond beginnen.

"Het was een stevig en hard overleg met de vakbeweging. Maar er is voldoende basis en vertrouwen om verder te gaan", zei voorzitter L.Hermans van MKB-Nederland vrijdag. Volgens hem waren de partijen elkaar "toch wel heel dicht genaderd" op het gebied van loonmatiging en WAO. Voorzitter J. Schraven van VNO-NCW: "Een akkoord zit erin. Het hangt af van hoe gematigd de partijen zich opstellen."

'Geen garanties'

De vakbeweging is verheugd dat de werkgevers meepraten. "Het feit dat de werkgevers vanavond aan tafel zitten is een goede opmaat", aldus CNV-voorman D. Terpstra. "De FNV maakt zich in elk geval op voor een lange nacht", aldus voorzitter L. de Waal van de grootste vakcentrale. "Ik geef geen garanties."

Het overleg met het kabinet zal volgens De Waal vooral gaan over herziening van de WAO, WW en het sparen voor verlof en vroegpensioen via de levensloopregeling. De FNV-voorzitter stelde de werkgevers niks te bieden te hebben op gebied van loonmatiging.

Vrijdagmorgen rond 9.00 uur gingen de werkgevers het overleg in met de harde eis dat de lonen komend jaar op de nullijn worden gezet.

De vakbeweging weigert de werkgevers echter tegemoet te komen met loonmatiging. "We hebben het kabinet 'uiterste terughoudendheid' over de lonen beloofd. We zijn niet bereid tot verdere concessies met de werkgevers", aldus voorzitter D. Terpstra van de vakcentrale CNV vrijdag. FNV-voorman L. de Waal: "We hebben de werkgevers niks geboden."

De werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland hadden zich tijdelijk teruggetrokken uit het overleg met de vakbeweging om zich te beraden of het voor hen zin heeft met het kabinet te praten over een sociaal akkoord. Vrijdagmiddag besloten ze weer mee te praten.

CNV-onderhandelaar W. van Splunder stelde vrijdagochtend in Den Haag dat de vakbonden 'in principe klaar' zijn met het kabinet. "We hebben wel specifieke punten met de werkgevers. Werkgeversvoorzitter Schraven wil nul komma nul nul nul in de loonontwikkeling." FNV-bestuurster A. Jongerius stelde onomwonden al dat de FNV 'geen concessies' gaat doen over de lonen.

Volgens Van Splunder wacht het kabinet met definitieve toezeggingen over verzachting van de ingrepen in de sociale zekerheid, totdat werkgevers en werknemers een gezamenlijke verklaring presenteren.

Schraven meent dat de loonontwikkeling nog altijd onderwerp van gesprek is. "Het kabinet schijnt tevreden te zijn met toezeggingen van de bonden." De VNO-NCW-voorzitter stelt echter dat wijzigingen in de afspraken tussen kabinet en werknemers mogelijk moeten zijn.

De belangrijkste voorwaarden voor een sociaal akkoord vrijdag zijn overeenstemming over de WAO en doorbetaling gedurende twee jaar van loon bij ziekte van werknemers. Over eerder stoppen met werken zouden partijen het al onderling eens zijn.

Het kabinet voegt zich naar verwachting pas aan het eind van de middag bij de onderhandelingen in het SER-gebouw.

De Unie

Vakbond De Unie, de grootste vakbond binnen de centrale MHP, heeft bezwaren tegen de voorlopige voorstellen die vrijdag op tafel liggen voor een sociaal akkoord.

Unie-voorzitter J. Teuwen zegt vrijdag de uitkomst eventueel negatief aan zijn leden voor te leggen.

MHP-voorzitter A. Verhoeven is geïrriteerd door de opmerkingen van Teuwen. "Mijn bestuur is onaangenaam verrast door de onzorgvuldige en oncollegiale uitingen" van medebestuurder Teuwen. "Stel dat er een resultaat uitkomt, dan hebben de bonden ruimschoots de tijd om hierover te oordelen", aldus Verhoeven.

WW

Teuwen is tevreden over de aanstaande WAO-afspraken maar steigert tegen de bezuinigingen van 250 miljoen euro per jaar op de WW. Het kabinet zou daarop willen besparen door bijvoorbeeld te minderen op gouden handdrukken. Teuwen wijst besparingen des te harder af omdat er in het WW-fonds een geldpot van 4 miljard euro klaarstaat om voor deze voorziening te gebruiken.

Ook de beperking in de ziektewet zou werknemers te veel treffen, meent Teuwen.


 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Terug naar bizhat pensioen