Algemene nabestaandenwet (ANW)
Deze overheidsvoorziening dekt het risico van overlijden van de
partner en ouders en is geregeld in de Algemene Nabestaandenwet (ANW). De wet
vervangt de Algemene Weduwen- en Wezenwet. Met de invoering van de Algemene Nabestaandenwet
in 1996 is de nabestaandenvoorziening flink gewijzigd. De ANW regelt een
basisvoorziening voor nabestaanden en is inkomensafhankelijk. Het ANW-gat is
het verschil tussen de ANW-uitkering en de uitkering op grond van de Algemene
Weduwen- en Wezenwet. Een ANW-uitkering dient aangevraagd te worden bij een van
de districtskantoren van de Sociale Verzekerings Bank (SVB).
Wie
komt er in aanmerking voor een ANW-uitkering?
Weduwen, weduwnaars en ongehuwd samenwonende nabestaanden die:
· voor 1 januari 1950 geboren zijn, of
· kinderen hebben te verzorgen die nog geen 18 jaar zijn, of
· voor ten minste 45% arbeidsongeschikt zijn, of
· geboren zijn in de periode liggend tussen 1 januari 1950 en 1 juli 1956,
terwijl het overlijden van de partner heeft plaatsgevonden of zal plaatsvinden
voor 1 juli 1999, of
· geboren zijn in de periode liggend tussen 1 januari 1950 en 1 juli 1956, moet
zijn gehuwd voor 1 juli 1996 en heeft een ernstig zieke echtgenoot die
overlijdt op of na 1 juli 1999.
Gescheiden echtgenoten (pseudoweduwe- en weduwnaars) komen ook
voor dit pensioen in aanmerking, mits zij door het overlijden inkomsten uit
alimentatie missen.
Wanneer
eindigt de uitkering?
Het recht op uitkering eindigt als:
· Als het jongste kind 18 jaar wordt
· Als de nabestaande niet meer arbeidsongeschikt is (tenzij deze geboren is
voor 1950)
· Als de nabestaande 65 jaar wordt
· Als de nabestaande opnieuw trouwt of gaat samenwonen
NB: nabestaanden die een hulpbehoevende in huis nemen, raken hun
nabestaandenuitkering niet kwijt. Hun inkomensafhankelijke
nabestaandenuitkering wordt verlaagd naar 50% van het brutominimumloon. Ook
mensen die samenleven met een meerderjarig pleegkind of met een meerderjarig
aangehuwd kind houden recht op een nabestaandenuitkering
Wat
is de hoogte van de uitkering?
De uitkering voor de nabestaande is bij de ANW inkomensafhankelijk
en bedraagt maximaal 70% van het netto minimumloon. Nabestaanden of verzorgers
die één of meerdere halfwezen onder de 18 verzorgen krijgen een inkomensonafhankelijke toeslag van 20% van het
netto minimumloon
Samengevat:
· nabestaande zonder kinderen maximaal 70% van het netto
minimumloon
· nabestaande met kinderen jonger dan 18 maximaal 70% van het netto minimumloon
+ 20% van het netto minimumloon.
· pseudo-nabestaande maximaal 70% van het netto minimumloon, mits de
nabestaande alimentatie ontving. De ANW-uitkering is nooit hoger dan die
alimentatie.
· volle wezen:
jonger dan 10 jaar 2% van 70% van het netto minimumloon
tussen 10 en 16 jaar 8% van 70% van het netto minimumloon
tussen 16 en 21 jaar 4% van 70% van het netto minimumloon
Wat
wordt er gekort?
De inkomensafhankelijke uitkering van maximaal 70% van het netto
minimumloon wordt gekort met het inkomen van de nabestaande. Hierbij wordt rekening
gehouden met het soort inkomen:
· De uitkering wordt gekort met het inkomen van de nabestaande uit
arbeid, bijv. salaris. Van de inkomsten uit arbeid is een deel vrijgesteld. De
vrijstelling bedraagt 50% van het wettelijk minimumloon plus een derde deel van
het meerdere. Het inkomen minus de vrijstelling wordt van de
nabestaandenuitkering afgetrokken.
· De uitkering wordt geheel gekort met inkomen in verband met arbeid, bijv.
VUT-, WW-. ZW- of WAO-uitkeringen (nog onduidelijk is of en in hoeverre een
ouderdomspensioen van de nabestaande zelf wordt gekort).
Niet
in mindering worden gebracht:
· Een nabestaandenpensioen dat uitgekeerd wordt vanwege de
pensioenregeling die de overledene bij zijn werkgever had;
· Inkomsten uit vermogen, waaronder lijfrente-uitkeringen.
Overige Info:
·
ANW-hiaat
·
Wezenpensioen
Ahold kreeg een steuntje in de rug van grootaandeelhouder C.
Thünnessen. Hij is bang dat zijn twaalf miljoen aandelen door een
onderzoek minder waard worden. Hij liet zich vertegenwoordigen door
de bekende advocaat Oscar Hammerstein, die ervoor pleitte om geen
onderzoek te houden. Er lopen al zoveel studies naar het
supermarktconcern dat er geen behoefte is aan nog een.